Voor de koorleider. Op de wijs van De Lelies. Een getuigenis. Van Asaf, een psalm.

Hoor ons, herder van Israël, die Jozef leidt als een kudde.
U die troont op de cherubs, verschijn in luister aan Efraïm, Benjamin en Manasse.
Laat uw kracht ontwaken, kom, en red ons.
God, keer ons lot ten goede, toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered.
HEER, God van de hemelse machten, hoe lang nog blijft U vertoornd op uw biddende volk?
U liet ons brood van tranen eten en een stroom van tranen drinken.
U hebt andere volken tegen ons opgezet, onze vijanden drijven de spot met ons.
God van de hemelse machten, keer ons lot ten goede, toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered.
Psalm 80:1-8

 

(c) Fred Manschot

De ‘wijs van De Lelies’ kent niemand meer. Van Asaf hebben we lang niets meer gehoord. En eerlijk gezegd lijkt er ook van die machtige, leidende GOD in onze wereld niet veel meer over. Maar nog altijd klinkt de roep om een beter lot, een ander bestaan. Redding. Omdat je het zelf nodig hebt, of juist voor iemand anders. De sleutel? In deze psalm is dat het lichtend gelaat van GOD.

De coverfoto van Opgang trof me. Twee kinderen houden een brandend adventssterretje in hun handen. Het zachte licht schijnt op hun gezicht. Op de schemerige achtergrond staat een flat, waarin de hele wereld woont. Licht voor de wereld. Klein, maar richtinggevend in onze ‘wereld zonder GOD’.

Een glimp van GOD te zien, dat gun ik iedereen. Ik hoop dat ook ik lichtdrager ben, af en toe. Een lichtend gelaat dat redding brengt? Geen idee, maar ik weet wel waar te beginnen.

~Douwe v. B.