Lea
Toen de HEER zag dat Jakob minder van Lea hield, opende Hij haar moederschoot, maar Rachel bleef onvruchtbaar. Lea werd zwanger en bracht een zoon ter wereld, die ze Ruben noemde, ‘want,’ zei ze, ‘de HEER heeft gezien wat ik te verduren heb. Nu zal mijn man van mij houden.’ Ze werd opnieuw zwanger en bracht nog een zoon ter wereld. ‘De HEER heeft gehoord hoe weinig mijn man van me houdt; daarom heeft Hij mij er nog een zoon bij gegeven,’ zei ze, en ze noemde hem Simeon. En weer werd ze zwanger en bracht ze een zoon ter wereld. ‘Nu ik hem drie zonen heb gebaard, zal mijn man zich eindelijk aan mij hechten,’ zei ze. Daarom werd hij Levi genoemd. En nog een keer werd ze zwanger en bracht ze een zoon ter wereld. ‘Nu zal ik de HEER loven!’ riep ze uit, en ze noemde hem Juda. Hierna kreeg ze geen kinderen meer.
Genesis 29:31-35
Vandaag twee gedachten over dit oude verhaal!
Over dit verhaal wat te schrijven vind ik wel moeilijk, het is ook een wonderlijk verhaal. Jakob hield van Rachel, maar ging verder met Lea. Hij bleef van Rachel houden, maar Lea kon hem nageslacht geven, en Rachel niet, menselijkerwijs gesproken. Dat is niet goed in onze gedachten, in de Bijbel is dat anders, er moest nageslacht komen! Ingewikkeld hoor!
~Rie F.
Vaak wordt er mooi gesproken over het krijgen van een kind, een ‘wonder’. Maar in veel bijbelse en hedendaagse verhalen hangt er ook veel spanning, verdriet en pijn omheen.
Voor Lea zijn de eerste drie kinderen de goedmakers – ze zou zo graag zien dat ze de band tussen haar en haar man beter maken. Dat gebeurt niet. Al die wondertjes, met hun mooie namen, brengen man en vrouw niet dichter bij elkaar. Ook dat is een eeuwenoud drama: hoe mensen die dichtbij elkaar leven toch vreemden blijven. En dan komt de vierde, ze noemt hem Juda. ‘Ik zal de Eeuwige loven’, zegt ze. Deze jongen staat los van de hoop van Lea dat haar man haar zal liefhebben: hij staat op eigen benen voor God. Jehuda, de naamgever van het Joodse volk. En nu staat ook Lea op eigen benen: die man van me zoekt het maar uit, God is mijn én Juda’s getuige en voorspraak.
Kleine of grote dingen doen, tot aan een kind baren toe, ‘om te’, om iets of iemand te veranderen, lopen niet altijd af zoals je wilde. Gewoon doen, dat wat nu voor jou het goede is, dat schept toekomst.
Is er een ‘om te’ in je eigen leven, en kan je dat loslaten en een nieuw begin maken?
~Roel B.